Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet onderzoek naar het ontstaan en ontwikkelen van optimisme bij opgroeiende kinderen.
Tekst: Froukje Duursema, Corporate Communicatie / Foto's: Henk Veenstra
Valt de appel ver van de boom?
‘Op dit moment doe ik al twee jaar onderzoek naar dit vraagstuk', vertelt Vrijen, onderzoeker en universitair docent bij de afdeling Ontwikkelingspsychologie van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. ‘Hierbij kijk ik vooral naar de rol van ouders in optimisme en of er al een verschil te zien is in de levenshouding van hele jonge kinderen. Ook vergelijk ik hoe optimistische en minder optimistische ouders met hun kinderen omgaan.’ Volgens Vrijen is het zeer aannemelijk dat ouders überhaupt bijdragen aan de roze bril van hun kinderen, maar het is nog onduidelijk hoe ze dat precies doen. Creëren zij bijvoorbeeld meer positieve situaties en ervaringen voor hun kinderen? Positief ingestelde mensen nemen meer actieve stappen om positieve dingen te laten gebeuren', aldus Vrijen. ‘Dat is simpelweg een eigenschap van optimisten. Als deze optimistische ouders dat doen, dan kan het zijn dat de omgeving van het kind positiever is. En als je vaak in een positieve omgeving bent, dan word je misschien ook wel hoopvoller. Dat is één van de mechanismen die ik onderzoek.’
Optimisme is essentieel voor kinderen
Vrijen geeft aan dat eerder onderzoek laat zien dat kinderen rooskleuriger in het leven staan dan volwassenen. ‘Eigenlijk heeft dit ook wel een belangrijke functie omdat kinderen nog veel moeten exploreren. Het is daarom handig dat ze niet erg teruggetrokken zijn of niets durven te doen, want ze zullen uiteindelijk de wereld moeten gaan verkennen. Het idee is dat jonge kinderen vrij optimistisch zijn en op basis van ervaringen door de tijd heen realistischer worden.’
Wat is optimisme precies?
Er bestaan verschillende definities van optimisme. Bovendien is het begrip optimisme erg gekleurd omdat iedereen het anders ervaart. ‘Ik richt me vooral op dispositioneel optimisme', aldus Vrijen. ‘Dit houdt kort gezegd in dat je je eigen toekomst als positief ziet. Dat je ervan uitgaat dat er meer goede dan slechte dingen gaan gebeuren in je toekomst’. Een definitie die veel mensen waarschijnlijk wel zullen herkennen.
Onkwetsbaar zijn
‘Een andere vorm van optimisme die zijdelings ook wel aan bod komt in mijn onderzoek is ‘optimisme bias'. Dit gaat meer over het idee dat mensen denken dat hen geen slechte dingen overkomen’. Volgens Vrijen kan een sterke optimisme bias risicovol zijn omdat het mensen het idee geeft dat ze een uitzondering zijn en dat negatieve consequenties niet voor hen gelden. ‘In Amerikaanse studies is reeds ontdekt dat mensen met een optimisme bias vaker denken dat de risico’s van roken en drinken minder voor hen gelden.
Methodes
‘Een van de methodes die ik toepas in mijn onderzoek is het analyseren van de emotiedynamiek tussen ouders met hun jonge kinderen van ongeveer 2,5 jaar oud. Wij hebben video's van hen waarin ze samen een toren aan het bouwen zijn en daarna de blokken weer moeten opruimen. Ik kijk of positief ingestelde en minder positieve ouders verschillen in de emoties die ze aan hun kind laten zien tijdens de taak. En ook of de emoties van het kind al anders zijn. Dit gaat richting emotieregulatie: reguleren optimistische ouders de emoties van hun kinderen anders dan minder optimistische ouders? Ik onderzoek of verschillen tussen ouders die van het beste of het slechtste uitgaan al terug te zien zijn in de emotiedynamiek tussen hen en hun jonge kinderen.’
Vrijen kijkt ook naar ouders en iets oudere kinderen. ‘Hierbij meet ik kinderen tussen de 10 en 12 jaar en hun ouders. Ik meet hen drie keer per dag en dat dertig dagen lang via een app op hun smartphone genaamd m-Path. Hierin beantwoorden ze allerlei vragen over hoe positief ze zijn over hun toekomst, maar bijvoorbeeld ook over het komende uur. Ook vragen we hen hoe ze zich voelen en kinderen en ouders beantwoorden ook vragen over elkaar. We vragen kinderen niet alleen hoe ze zelf met hun eigen emoties omgaan, maar we vragen ze ook hoe hun ouders hiermee zijn omgegaan.’ Dit onderzoek is net opgestart en vindt tot nu toe plaats in Groningen, Friesland en Drenthe. ‘Tot nu toe heb ik vijftien gezinnen, maar ik hoop er in totaal honderd te verzamelen.’
De voordelen van optimisme
‘Er is onderzoek waarin duidelijk werd dat optimisme kan samenhangen met een betere mentale gezondheid en zelfs een wat betere fysieke gezondheid. Bij depressies is het vaak zo dat mensen geneigd zijn om dingen te gaan vermijden. Als je dat doet, dan ontneem je jezelf de kans op positieve ervaringen en kun je op een gegeven moment in een negatieve spiraal belanden. Wanneer je een rooskleurige blik hebt, begin je waarschijnlijk makkelijker aan dingen die je nog niet eerder gedaan hebt of eng vindt, wat je juist wel de kans geeft om positieve ervaringen te hebben.’
Duidelijk is dus dat een roze bril helpend kan zijn bij het creëren van meer positieve ervaringen. Of je optimisme kunt trainen is nog maar de vraag. ‘Tot nu toe wijzen tweelingstudies uit dat zo’n 25 tot 30% van het optimisme erfelijk is. Er bestaan wel studies naar het trainen van een positieve blik. Het lijkt erop dat je dit wel kunt bevorderen, maar er is heel weinig informatie over of dit effect ook op de lange termijn blijft bestaan. Uiteindelijk wil je natuurlijk graag weten wat de langetermijneffecten zijn. Ik hoop eigenlijk dat als ik meer inzicht krijg in welke eigenschappen en welk gedrag van ouders bijdraagt aan optimisme bij kinderen, dat dit in de toekomst een startpunt kan zijn om positief denken te stimuleren binnen gezinnen.’
Charlotte Vrijen werkt op de afdeling ontwikkelingspsychologie bij de RUG als universitair docent en onderzoeker. In 2022 kreeg zij een Veni-beurs toegekend van het NWO voor haar onderzoek naar het ontstaan en ontwikkelen van optimisme in opgroeiende kinderen. Ouders en kinderen (10-12 jaar oud) die mee willen doen met haar onderzoek dat net gestart is kunnen hier meer informatie vinden.
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 13 november 2024 15:32 |
Meer nieuws
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...
-
09 september 2024
Mensen met psychose vaak slachtoffer van geweld
Mensen met een psychose worden veel vaker slachtoffer van geweld en criminaliteit dan de algemene bevolking. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bertine de Vries, dat zij op 19 september verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.