De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. Dankzij het wijdverbreide autobezit onder plattelandsbewoners ondervinden de meesten weinig hinder van de teruglopende bereikbaarheid van winkels en andere voorzieningen. Pot: ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken. Beleidsmakers zouden zich daarop moeten richten.’
Tekst: Gert Gritter, Corporate Communicatie RUG / Foto’s: Henk Veenstra
Kwaliteit van leven
Eind 2023 promoveerde transportgeograaf Pot op zijn proefschrift over bereikbaarheidsproblemen in landelijke gebieden. Het ging over de vraag hoe mensen langere afstanden werkelijk ervaren. De resultaten waren verrassend en kregen veel publiciteit. Het bleek namelijk dat maar zo’n 12% van de plattelanders problemen ondervindt met het bereiken van reisbestemmingen. Dat is geen hoog percentage en verschilt ook niet zo veel met andere delen van het land, waar dat circa 8% is. Pot: ‘Er wordt vaak gesproken over de “kloof” tussen stad en platteland. En dat het achteruitgaat met de kwaliteit van het leven op het platteland. Dat winkels worden gesloten, voorzieningen wegtrekken, buslijnen worden opgeheven. Dat de mensen er zielig zijn, gevangen zitten in huizen en de deur niet meer kunnen uitkomen. Maar dat beeld klopt dus niet.’
Smoothies
‘De meeste plattelanders zijn eigenlijk niet minder tevreden over de bereikbaarheid dan stadsbewoners,’ aldus Pot. ‘Ze hebben volop mogelijkheden om naar de plekken te gaan die voor hen belangrijk zijn. Dat komt door het autobezit, dat in de landelijke gebieden relatief groter is dan in de stedelijke gebieden. Bovendien komt het bezit van een tweede en soms zelfs derde auto er meer voor. Als buurtsuper, pinautomaat, bushalte en café op de ene plaats verdwijnen, is dat vaak omdat er genoeg betere alternatieven op andere plaatsen overblijven. De totale beschikbaarheid wordt dan misschien wat minder, maar de bereikbaarheid niet. Je kan zelfs stellen dat de concentratie van voorzieningen gecombineerd met autogebruik voor de meeste plattelanders voordeliger is dan een situatie met alleen maar lokale kleinschalige voorzieningen. En zo lang er nog één of twee supermarkten in de directe regio overblijven, heeft de autobezitter geen probleem. Veel plattelanders kiezen bewust voor de landelijke rust en andere voordelen. Ze strepen de nadelen van minder voorzieningen dan de stad heeft daartegen weg. Zij vinden het bij wijze van spreken minder erg dat er geen leuke tent in de buurt is waar je komkommermango-smoothies of bubble tea kunt krijgen.’
Autoafhankelijkheid
Zijn er dan helemaal geen problemen met de bereikbaarheid op het platteland? Nee, dat ook weer niet, vindt Pot. Allereerst wordt het leven van de 12% ‘havenots’ – zoals ouderen, kinderen, mensen met een laag inkomen of een beperking - er uiteraard niet eenvoudiger op. Deze groep merkt het direct als de buurtsuper verdwijnt of een buslijn wordt opgeheven. En de autoafhankelijkheid op het platteland brengt nog andere uitdagingen met zich mee. In het kader van duurzaamheid is groei en bevordering van het verkeer door aanleg of verbreding van wegen onwenselijk. En er zijn ook andere beperkingen. Als autorijden voor sommigen onbetaalbaar wordt door stijging van bijvoorbeeld brandstofprijzen en dergelijke, vallen nog meer mensen ‘buiten de boot/auto’. Tot slot is er een bovengrens aan de afstand die ook plattelanders met eigen vervoer redelijkerwijs nog kunnen of willen afleggen.
Achterstelling van het platteland
De bereikbaarheid op het platteland is verstrikt geraakt met de gevoelde achterstelling van het platteland, omdat het gezien wordt als oorzaak en bewijs daarvan. Deze kwestie is een actueel politiek thema, wat ook blijkt uit de opkomst van politieke partijen als BBB en NSC. Pot: ‘Sommige politici zijn gebaat bij het “kloofverhaal” en veel kiezers geloven erin. Dat blijkt ook uit enquêtes. Mensen op het platteland zijn ertegen als een bushalte wordt opgeheven, zelfs als ze nooit gebruik maken van het OV. Want ze vinden het oneerlijk. Tegelijkertijd beloven politici de achterstelling van het platteland tegen te gaan door voorzieningen als buslijnen terug te brengen. Maar dat is vooral symboolpolitiek. Het is een oplossing waar slechts een kleine groep baat bij heeft, maar aan lege bussen heeft niemand iets en het is ook nog eens slecht voor het milieu.’
Subjectieve data
Het onderzoek van Pot laat zien dat je je niet blind moet staren op objectieve data over begrippen als ‘afstand’ en ‘bereikbaarheid’, omdat ze subjectief heel anders beleefd kunnen worden. Het is beter van onderaf een inschatting te maken van problemen, dan meteen te komen met generieke algemene maatregelen. ‘We zouden meer moeten kijken naar de individuele en regionale behoeften. Mijn onderzoek draagt eraan bij de onderliggende aannames bij het bereikbaarheidsbeleid duidelijker te maken. Want hoeveel tijd mag het eigenlijk kosten om bij een essentiële voorziening te komen? Verschilt dat per voorziening? Mag dat verschillen per groep met verschillende behoeften of mobiliteitsmogelijkheden? Hoe groot mogen verschillen tussen regio’s zijn? Redeneren vanuit de beleving van bereikbaarheid maakt zulke vragen rondom het zetten van bereikbaarheidsdoelen wat minder ingewikkeld.’
Elke regio telt
Het onderzoek van Pot is gepubliceerd op een tijdstip dat er een verschuiving gaande is bij beleidsmakers. ‘Traditioneel wordt het probleem van bereikbaarheid vooral opgelost door de mobiliteit te bevorderen. Dus bestrijding van files, bevordering van de doorstroming, vrij verkeer, knelpunten aanpakken. Maar het inzicht breekt door dat elke regio uniek is en dat beleid voor de ene regio andere gevolgen heeft dan voor de andere, zoals blijkt uit het adviesrapport “Elke regio telt!” aan de overheid.’ Pot wordt geregeld uitgenodigd op ministeries om lezingen te geven en zitting te nemen bij beleidstafels.
Twee prijzen
Het proefschrift van Pot werd dit jaar maar liefst twee keer bekroond: de KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs 2024 en de World Society of Transport and Land Use Research 2024 Dissertation Award. Stemt dat tot trots? ‘Ik vind het vooral belangrijk dat het thema van bereikbaarheid in landelijke gebieden daardoor extra aandacht krijgt. Ook van collega-onderzoekers. En bij de andere prijs was er wereldwijde competitie met andere instellingen. Als de RUG er dan uitspringt te midden van al het MIT-geweld, is dat goede marketing voor Groningen. Dat vind ik leuk,’ glimlacht de geboren Delfzijler.
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 21 oktober 2024 11:22 |
Meer nieuws
-
19 december 2024
Lessen voor adaptieve benadering voor de inrichting van Nederland
Waar komen nieuwe woningen en welke veranderingen in de landbouw heeft de overheid voor ogen? Hoe maken we ruimte voor klimaatadaptatie? In de Nationale Omgevingsvisie maakt de rijksoverheid belangrijke keuze over de ruimtelijke inrichting van...
-
12 december 2024
Onderwijs bevorderen door innovatie: VR Experience Days bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Hoe kun je virtual reality gebruiken om de effecten van bouwhoogte op het landschap van Lauwersoog te bestuderen, of de toegankelijkheid van een woonwijk wanneer het dichter bebouwd wordt? Om technologie te integreren in het onderwijs, organiseerde...
-
25 september 2024
Slimme energietransitie vraagt om inclusieve aanpak
RUG-wetenschapper Christian Zuidema vertelt over hoe we samen kunnen overstappen naar een duurzame samenleving. Een slimme transitie vraagt om een betere verdeling van de voor- en nadelen, betoogt hij.