Soevereine autonomen houden de overheid een spiegel voor
Luuk de Boer bestudeert ‘soevereine autonomen’, mensen die overheidsgezag afwijzen. Hij verblijft voor onderzoek in St. Louis, een van de meest gesegregeerde steden van de VS. De kloof tussen arm en rijk is enorm. De Boer is daar niet speciaal voor zijn autonomen-onderzoek, maar de VS is er wel een interessante plek voor. Want aan de andere kant van de oceaan is de groep autonomen groot.
Tekst: Merel Weijer, Corporate Communicatie RUG
Mens van vlees en bloed
De Boer, universitair docent Rechtswetenschap, vertelt dat als ik een autonoom zou zijn hij me al aan mijn naam zou kunnen herkennen. Ik zou dan Merel, mens van vlees en bloed, of Merel van de familie Weijer heten, in plaats van M.H. Weijer zoals in mijn paspoort staat. Autonomen vinden dat de entiteit die wij zijn anders is dan de identiteit die ons is opgelegd door de overheid. Ze zeggen dat ze twee keer zijn geboren: éen keer uit de baarmoeder en éen keer juridisch, toen ze zijn ingeschreven in het bevolkingsregister en een BSN-nummer kregen. Zo hebben ze een tweede identiteit gekregen en daar handelt de overheid mee. Ook vinden autonomen dat ze geen contract hebben gesloten met de overheid en de belastingdienst. Soevereine autonomen wijzen dus het gezag af en weigeren zich nog langer binnen de (Nederlandse) rechtsorde te begeven. De Boer: 'Iedereen heeft andere redenen om autonoom te worden. Vaak zijn het mensen die een crisis of een conflict met de overheid hebben gehad en dit gebruiken om de controle over hun leven weer terug te krijgen. In de VS werden in de jaren 70 en 80 boeren massaal onteigend. Daar is de beweging groot geworden.'
Afstand nemen van de overheid
Omdat de beweegredenen zo verschillen is het lastig om grip te krijgen op de groep, vertelt De Boer. Van een organisatie is geen sprake. Het is eerder een soort ketting van mensen die om heel verschillende redenen afstand nemen van het overheidsgezag. Wat ze allemaal delen is de negatieve houding ten aanzien van de overheid. Volgens de AIVD gaat het in Nederland om twintig- tot dertigduizend mensen. De Boer kijkt in zijn onderzoek vooral naar wat er in de rechtspraak gebeurt met autonomen. Hij kijkt naar kenmerken, manieren waarop ze omgaan met autoriteit en gezag en de manier waarop ze zich uitdrukken. Hier kun je volgens hem een bepaald patroon in herkennen. Er zijn bijvoorbeeld over de hele wereld rechtszaken van autonomen tegen de staat waarbij ze een claim doen op een trustfonds van de overheid omdat ze denken dat ze recht hebben op een grote som geld.
Wat is er mis met Nederland?
De Boer noemt een aantal vaste reacties op autonomen. De eerste is pathologiseren: ‘deze mensen zijn allemaal gek.’ Een gemakkelijke reactie, volgens De Boer, want hierdoor kun je iemand buiten de samenleving plaatsen en hoef je er vervolgens niets meer mee te doen. Een tweede reactie is dat je iemand strafbaar stelt. In Oostenrijk is recentelijk een nieuwe bepaling opgenomen in het wetboek die zegt dat groeperingen met deze overtuiging direct strafbaar worden gesteld. Een reëel risico hierbij is dat de overheid een soort gedachtenpolitie wordt. Een derde reactie is weglachen of belachelijk maken. Hierbij neem je deze groep niet serieus en sluit je ze uit van een dialoog. Maar eigenlijk zou je juist wel in gesprek moeten gaan volgens De Boer. 'Er is een brede vertrouwenscrisis in de Nederlandse rechtspraak en daar is dit een goed voorbeeld van. Je kunt deze mensen ook als spiegel gebruiken om naar jezelf te kijken en na te denken over de dingen die niet goed gaan. Dus niet alleen maar kijken wat er mis is met deze mensen. Je kunt je afvragen wat er mis is met Nederland waardoor deze mensen zich genoodzaakt voelen hun toevlucht te nemen tot dit soort opvattingen.'
Los het op in de samenleving
De reacties op autonomen laten goed zien dat de overheid hier geen goed antwoord op heeft. Het enige wat gebeurt is dat men probeert het probleem buiten de deur te houden en niet serieus te nemen. De Boer ziet liever dat erkend wordt dat het probleem zijn oorsprong vindt in de samenleving en daar ook moet worden opgelost. 'Je kunt mensen wel in de gevangenis gooien maar daarmee plaats je hen letterlijk buiten de samenleving en los je het probleem niet op. Sterker nog, de kans is groot dat het alleen maar erger wordt.' Volgens De Boer moet je juist de samenleving in, met mensen in gesprek gaan of trainingen geven. 'Je moet zorgen dat je een weerbare democratie wordt en een weerbare rechtstaat krijgt waarmee je mensen overtuigt van de waarde van het grote project. Maar we hebben nu vooral moeite om dit probleem te zien als iets dat wij zelf veroorzaakt hebben.'
Als iemand de staat haat
De casus van de autonomen biedt volgens De Boer een hele mooie kans om fundamenteel na te denken over hoe processen in de rechtspraak en de samenleving gaan. 'Neem de ideeën van autonomen serieus en probeer ze er uiteindelijk van te overtuigen dat de overheid er ook voor hen is. Dat doe je niet met één gesprek. Men zegt weleens dat je zes positieve ervaringen nodig hebt om één negatieve op te lossen.' Lastig is ook dat dit soort burgers pas komt bovendrijven als het al te laat is, als ze al diep in de problemen zitten. Zeker als ze bij de rechter komen. Een alternatief voor de genoemde reacties op autonomen kost tijd, geduld en geld, maar zal uiteindelijk wel iets opleveren, denkt De Boer. Vooral in het geval van deze groep. 'Als iemand de staat haat en je bezorgt hem vervolgens een pak aan nieuwe negatieve ervaringen en gooit hem in de cel, dan zal dat niets opleveren. Dat is een dilemma waar de rechtspraak mee zit.'
Groot sociaal probleem
Uiteindelijk is het een sociaal probleem dat opgelost moet worden, stelt De Boer. 'We moeten er voor oppassen dat de rechtspraak een soort panacee wordt dat alles gaat oplossen. Je kunt niet alles juridiseren. Het is in feite een groot sociaal probleem gecreëerd door een systeem dat hier en daar tekortschiet. Dat zie je ook bij andere problemen met burgers zoals de afhandeling van de aardbevingsproblematiek in Groningen of de toeslagenaffaire. Wil je deze mensen zien en horen, of niet? De overheid moet de burgers met negatieve ervaringen proberen terug te krijgen.'
Vinger op zere plekken
Bij autonomen is het volgens De Boer heel belangrijk om met ze in gesprek te gaan over waar hun gedachtegoed vandaan komt en op gebaseerd is. Als ze zich gehoord voelen is dat vaak al een stap in de goede richting. Hij wil voor zijn vervolgonderzoek graag met zo veel mogelijk betrokken partijen gaan praten. Nu wordt er namelijk heel veel over autonomen gepraat en niet met. Dat betekent praten met rechters, deurwaarders, gemeenten en uiteindelijk het liefst ook met autonomen zelf. Het zou volgens De Boer goed zijn om deze groep wat sympathieker neer te zetten. Dat is nodig omdat ze doorgaans wel een vinger op zere plekken weten te leggen en ook omdat er vaak een tragische geschiedenis ten grondslag ligt aan hun overtuigingen. 'Zie het probleem met deze groep mensen als een kans op zelfreflectie want ze houden de samenleving een spiegel voor. Maak de afstand met de burger kleiner in plaats van groter, luister naar ze en neem ze serieus. Dat is het begin van een oplossing.'
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 08 juli 2024 09:36 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...