Wie iets verkeerd doet, verdient straf. Toch?
Wanneer is iemand precies verantwoordelijk voor zijn of haar daden? En is straffen altijd de meest constructieve optie? Filosofe Daphne Brandenburg pleit voor iets meer nuance. Volgens haar zouden we meer moeten kijken naar de manier waarop we omgaan met kinderen die iets doen wat niet mag. Dat kan ons veel leren over hoe we volwassenen verantwoordelijk kunnen houden. En dát zou de wereld nog best eens mooier kunnen maken.
Tekst: Marrit Wouda / Foto’s: Henk Veenstra
Verantwoordelijkheid
We houden elkaar voortdurend verantwoordelijk. Zowel verwijt als lof zijn reacties op acties van mensen die we verantwoordelijk achten voor hun daden: een compliment voor iets wat écht iemands eigen verdienste is, een verwijt wanneer we veronderstellen dat de ander beter had kunnen weten en had kunnen doen. Brandenburg, universitair docent Toegepaste Ethiek legt uit: ‘Binnen de ethiek wordt gezegd dat verantwoordelijkheid veronderstelt dat mensen bepaalde vermogens hebben. En alleen wanneer ze die vermogens hebben, is het rechtvaardig dat zij gestraft worden voor hun daden. Over het algemeen gaan we ervan uit dat kinderen die vermogens nog onvoldoende hebben, en dus nog niet volledig verantwoordelijk zijn.’
Lessen en vergelding
Dat roept meteen de vraag op wanneer we die vermogens wél hebben. Vanaf welke leeftijd en onder welke omstandigheden? Wanneer en waarom zijn volwassenen die normen overschrijden dan wel competent genoeg? Psychologie vertelt ons dat moreel besef en het inzicht in de consequenties van je handelen in ontwikkeling is bij kinderen. Daarom kennen we volgens Brandenburg verantwoordelijkheid op een andere manier toe bij kinderen. Er zijn er minstens twee verschillende redenen om iemand verantwoordelijk te houden. Ten eerste kun je dat doen omdat je denkt dat die persoon hier baat bij heeft en er wat van leert. En ten tweede kun je dit doen omdat we het eerlijk vinden dat er consequenties zijn voor gedrag, oftewel omdat die persoon straf verdiend. Als het gaat om kinderen, voelen we ons bij het eerste meer op ons gemak: kinderen zijn jong en moeten nog leren ‘hoe het werkt’. We zijn minder bezig met het tweede, vergelding, omdat de consequenties voor kinderen ingrijpender kunnen zijn dan voor volwassenen.
Pestkop
Brandenburg schetst een voorbeeld: wanneer een kind een ander kind pest, is het voor het slachtoffer belangrijk dat de pestkop verantwoordelijk wordt gehouden. Maar waar we bij volwassenen vooral willen dat een pestkop flink gestraft wordt, vinden we het bij een kind belangrijk dat de pestkop verantwoordelijk wordt gehouden op een manier die tot beter inzicht, begrip, en zelfregulatie leidt. ‘Wat je eigenlijk hoopt, is dat er een constructief gesprek kan volgen, en dat je erachter komt waarom die pestkop dit nu deed, waar dat gedrag vandaan komt,’ zegt Brandenburg. Oftewel: we zetten in op het begrijpen van de dader, en de dader zelf wordt verantwoordelijk gehouden op een manier die ruimte laat voor de herstellen, leren en groeien.
Verexcuseren
De suggestie om te kijken naar achterliggende en mogelijk verzachtende omstandigheden kan voor gevoelens van ongemak zorgen. ‘Maar als we kinderen verantwoordelijk kunnen houden op een manier die hun morele ontwikkeling niet in de weg zit, maar daar goed mee samen gaat, waarom zouden we dat dan ook niet bij volwassenen kunnen doen?’ zegt Brandenburg. ‘Bij volwassenen zijn we bang dat we iemand direct verexcuseren, en daardoor dus minder verantwoordelijk houden voor hun daden. ‘Maar dat is absoluut niet het geval. Proberen te begrijpen is absoluut niet hetzelfde als goedkeuren.’ We zouden er daarom goed aan doen om ons strafrecht eens goed onder de loep te nemen. Brandenburg vervolgt: ‘Veel vormen van straf en verwijt zijn niet constructief. Als we moreel inzicht belangrijk vinden, dan bereik je dat bijvoorbeeld niet snel met opsluiting. Uiteindelijk leren de meeste mensen namelijk heel weinig van een gevangenisstraf.’
Begrip is geen goedkeuring
Daarom zou Brandenburg graag zien dat we meer ruimte creëren tussen iemand straffen en iemand verexcuseren. ‘Ik denk dat er, bij veel vormen van misdaad, betere manieren zijn om de belangen van slachtoffer, dader en samenleving te behartigen.’ Dat het een stevige uitspraak is die bij sommigen op heftige emoties kan rekenen, snapt Brandenburg wel. ‘Wanneer iemand iets verschrikkelijks doet, krijg ik die gevoelens over wraak en vergelding ook.’ Die gevoelens zijn erg nuttig: ze geven betekenis aan wat er in de wereld gebeurt. Ze vertellen ons heel veel: wat we belangrijk vinden, welke grenzen er zijn, en dat het dus ook héél erg is dat iemand die grens over is gegaan, en dat daar een consequentie aan moet zitten aan. ‘En dat mag best streng zijn, maar dat hoeft niet ten koste te gaan van het vermogen om te leren. En wanneer dat goed gebeurt, kan een straf gericht op herstel volgens mij veel meer voldoening geven bij slachtoffers en omstanders.’
Veranderende normen
Wat Brandenburg betreft moet er dus meer ruimte komen voor begrip van achterliggende emoties en omstandigheden en het ondersteunen van herstel en morele ontwikkeling. Vooral bij snelle normverandering is dat noodzakelijk, zoals bij racisme, seksisme, wat wél en niet kan - allemaal gebieden waar de normen snel veranderen. En waar sommigen vechten voor het veranderen van die norm, zijn er anderen die nog moeite hebben het te begrijpen. ‘En opnieuw: dat betekent niet dat een misstap niet erg is. Maar dat is wél een plek waar we ruimte moeten zoeken tussen straf en excuus,’ zegt Brandenburg. Hoe ingewikkelder en nieuwer de normen zijn, hoe belangrijker het is om elkaars emoties en de beweegredenen te begrijpen, en elkaar de kans te geven ervan te leren. ‘Daar hebben we uiteindelijk véél meer aan.’
Wordt vervolgd bij YAG
Brandenburg gooit een aantal ingewikkelde vraagstukken op, die vragen om toepasbare oplossingen. Zoals bij AI, waar Brandenburg als hoofd van de examencommissie ook mee te maken krijgt. ‘Heel praktisch: je wilt dat studenten bepaalde dingen leren en niet frauderen. Daar zit ook een filosofische vraag achter: want wat moeten zij leren en in welke mate mag dat afhangen of ondersteund worden door deze technologie?’ En ook hier komt die vraag van verantwoordelijkheid terug: kun je een compliment geven voor een waardevolle prestatie, wanneer daar AI voor is gebruikt? En: wanneer en waarom moeten we dat gebruik bestraffen?
De oplossing ligt niet alleen binnen de toegepaste ethiek. ‘Hiervoor is een transdisciplinaire aanpak nodig. We moeten verschillende vakgebieden én mensen buiten de universiteit in staat stellen deze vragen samen te beantwoorden.' Een grote opgave, maar een waar ze binnen de Young Academy Groningen (YAG), waar ze dit jaar tot toe treedt, meer aan de slag kan.
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 21 mei 2024 14:55 |
Meer nieuws
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
01 juli 2024
Liekuut | Sociale media zijn ondemocratisch en dat is problematisch
De Europese Unie heeft afgelopen voorjaar twee grote privacywetten aangenomen, de Digital Services Act (DSA) en de Digital Markets Act (DMA). De eerste gaat vooral over bescherming van gebruikers en over moderatie en de laatste over de concurrentie...
-
11 december 2023
Join the 'Language and AI' community
As a part of the Jantina Tammes School, the 'Language and AI' theme is an interdisciplinary initiative that aims to encourage collaboration among academics, PhD candidates, students, and industry representatives who share a keen interest in the...