Promotie mw. M. Aparicio Vergara: TNF signaling in nonalcoholic fatty liver disease
Wanneer: | wo 18-09-2013 om 12:45 |
Promotie: mw. M. Aparicio Vergara, 12.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: TNF signaling in nonalcoholic fatty liver disease
Promotor(s): prof.dr. M.H. Hofker
Faculteit: Medische Wetenschappen
Ontstaan van niet-alcoholische leververvetting deels ontrafeld
Tumornecrosefactor-alpha (TNF-α, een eiwit dat verantwoordelijk is voor het proces van celdood en cel-ontsteking), speelt via receptor TNFR1 een centrale rol in het ontstaan van niet-alcoholische leververvetting (NAFLD). Maar anders dan tot nu toe gedacht, bestaat er geen verband tussen macrofaag-gerelateerde ontsteking en het ontstaan van insulineresistentie. Dat is de voornaamste conclusie van het promotieonderzoek van Marcela Aparicio Vergara.
Aparicio Vergara ging na wat de relatie is tussen het ontstaan en de ontwikkeling van NAFLD, TNF-gemedieerde ontsteking en insulineresistentie. De term NAFLD verwijst naar een breed spectrum van levergerelateerde aandoeningen, variërend van goedaardige vetophoping in de levercellen, tot leverontsteking en leverkanker. Door de toename van overgewicht komt niet-alcoholische leververvetting steeds meer voor.
De promovenda bestudeerde voor haar onderzoek muizen met een mutatie in de TNF-receptor 1. Ze stelt vast dat deze mutatie leidt tot een activering (in plaats van een demping) van de ontstekingsreactie. Daaraan verbindt Aparicio Vergara de conclusie dat TNF-signalering een cruciale rol speelt in het ontstaan van niet-alcoholische leververvetting. Een verband tussen de ontsteking en insulineresistentie kon ze echter niet aantonen.
Marcela Aparicio Vergara (Colombia, 1980) studeerde biologie aan de Universiteit van Leiden. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Moleculaire Geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen en participeerde in onderzoeksinstituut GUIDE. Het onderzoek viel binnen het raamwerk van het CTMM (Centre for Translational Molecular Medicine) en werd onder andere gefinancierd door de Nederlandse Hartstichting, het Diabetes Fonds en de Nierstichting Nederland.