Woonlasten stijgen opnieuw minder dan inflatie
De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (ozb) stijgt dit jaar met 3,86 procent. Dat is meer dan de 2,76 procent die als bovengrens is afgesproken (de macronorm). Toch betalen huishoudens gemiddeld maar 1,9 procent meer aan de gemeente. Dat komt doordat de afvalstoffenheffing daalt, en doordat de rioolheffing minder stijgt dan ooit eerder gemeten. Dit blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die COELO vandaag presenteert. COELO (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden) is een onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De gemeentelijke woonlasten voor huiseigenaren bestaan uit de ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Samen stijgen deze dit jaar met 1,9 procent (13 euro). Dat is net als in 2011 en 2012 minder dan de inflatie. Die bedraagt 2,75 procent. Gemiddeld betalen meerpersoonshuishoudens dit jaar 697 euro aan hun gemeente. Bunschoten is het goedkoopst met 508 euro, Wassenaar het duurst met 1.149 euro. Huurders betalen geen ozb en soms ook geen rioolheffing. Hun gemiddelde woonlasten bedragen 359 euro.
De woonlastenstijging is dus veel lager dan je zou verwachten op basis van de stijging van de ozb. Dat komt doordat de grootste heffing, de afvalstoffenheffing (reinigingsheffing), niet stijgt maar daalt, en doordat de rioolheffing veel minder stijgt dan voorheen. Zie de figuur 1.
Afvalstoffenheffing daalt
De gemeentelijke afvalstoffenheffing bedraagt in 2013 gemiddeld 264 euro. Dat is 0,53 euro minder dan in 2012 (daling 0,2 procent). Dit is al het derde jaar op rij dat de afvalstoffenheffing daalt. Gemeenten besparen op de kosten en geven het voordeel door aan de burger. In Wassenaar betalen meerpersoonshuishoudens het hoogste tarief (425 euro). In Eemsmond is dit tarief het laagst (24 euro), maar daar worden de afvalkosten grotendeels uit andere middelen betaald.
Rioolheffing
De rioolheffing stijgt dit jaar gemiddeld met 2,8 procent (4,91 euro). Dat is de kleinste stijging sinds de COELO-Atlas verschijnt. Het bedrag dat meerpersoonshuishoudens betalen is het laagst in Veenendaal: 65 euro. Het hoogste bedrag wordt betaald in Brummen: 373 euro. Het gemiddelde bedraagt 183 euro.
Ozb
Het ozb-tarief is een percentage van de woz-waarde. Gemiddeld betaalt een huishouden 251 euro aan ozb. Alleen eigenaren van woningen worden aangeslagen, huurders niet. Inwoners van Texel betalen gemiddeld 116 euro aan ozb, in Blaricum is dat 667 euro. Het gemiddelde ozb-tarief voor woningen stijgt met 3,3 procent, dat voor niet-woningen (bedrijfspanden) met 2,9 procent. Dat de ozb-opbrengst meer stijgt (3,9 procent) dan de ozb-tarieven komt doordat er dit jaar meer woningen en bedrijfspanden zijn dan vorig jaar.
Macronorm ozb
Elke gemeente mag haar ozb-tarieven zo hoog maken als zij wil. Maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft met de rijksoverheid afgesproken dat de ozb-opbrengst van alle gemeenten samen niet meer dan 2,76 procent mag stijgen. Dit heet de macronorm. De ozb-opbrengst stijgt echter harder: met 3,86 procent. Gemeenten halen 38 miljoen meer binnen dan de norm toelaat. Maar de ozb is een kleine belasting, goed voor niet meer dan 1,5 procent van de landelijke belastingopbrengst. Door de overschrijding van de macronorm stijgt de totale belastingopbrengst in Nederland met slechts 0,016 procent meer dan de bedoeling was.
Steeds vaker toeristenbelasting, maar minder hondenbelasting
De gemiddelde toeristenbelasting stijgt met 9 procent. Dat komt deels doordat nu 6 gemeenten meer dan vorig jaar toeristenbelasting heffen. Toeristenbelasting komt steeds meer voor: in 2012 voerden 10 gemeenten een toeristenbelasting in. De hondenbelasting stijgt gemiddeld met 1,9 procent. Twee gemeenten schaffen hun hondenbelasting dit jaar af. De toeristenbelasting en de hondenbelasting leveren overigens weinig op vergeleken met de ozb.
Noot voor de pers
Meer informatie: Corine Hoeben of Maarten Allers, e-mail coelo@rug.nl.
Veel tarieven zijn te vinden op COELO
M.A. Allers, C. Hoeben, L. Janzen, J. Veenstra, B. Geertsema en E. Merkus, Atlas van de lokale lasten 2013, Monitor van de ontwikkeling van de lokale lasten op macro- en microniveau. COELO, Groningen, ISBN 978 90 76276 80 9.
Laatst gewijzigd: | 21 juni 2022 08:19 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...