Slim of niet? Cognitie of zelforganisatie
Oratie: mw. prof.dr. C.K. Hemelrijk, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Titel: Slim of niet? Cognitie of zelforganisatie
Leeropdracht: Zelforganisatie van sociale systemen
Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen
In haar oratie behandelt Charlotte Hemelrijk de kwestie hoe complex groepsgedrag verklaard kan worden in computermodellen met eenvoudige gedragsregels. De veronderstelde hoge cognitie onder de groepsleden - en het ogenschijnlijk bewuste gedrag - blijkt dan slechts een resultante van zelforganisatie via de wisselwerking tussen cognitief eenvoudige individuen en hun omgeving.
Aan de hand van verschillende computermodellen die door haar groep ontwikkeld werden, illustreert Hemelrijk dit zowel voor de complexe organisatie van apengroepen als voor de variatie in vorm en dichtheid van visscholen en vogelzwermen.
De sociale structuur van apengroepen ontstaat vanzelf in een computermodel van individuen die zich ruimtelijk groeperen, die concurreren door middel van agressie en die bij een ontmoeting elkaar vlooien als ze bang zijn voor de ander. In Hemelrijks model vertonen de virtuele apen vlooigedrag dat bij echte apen als verzoening wordt bestempeld. Verzoening wordt volgens primatologen door echte apen uitgevoerd omdat de apen na een gevecht hun relatie met de tegenstander weer willen herstellen. In het model ontstaat het echter als een toevallig zij-effect; want vlooien vindt plaats wanneer individuen dicht bij elkaar zijn, wat na een gevecht natuurlijk meestal het geval is bij de tegenstrevers.
De typische langwerpige vorm van een school vissen is te verklaren met een zwermmodel van vissen die, volgens een paar simpele regels, hun bewegingen en hun plaats in de school afstemmen (coördineren) op die van hun naaste buren. De specifieke vorm van de school blijkt dan een gevolg te zijn van het veelvuldige afremmen van de individuen om botsingen te vermijden.
Een computer-beeld dat goed te vergelijken is met de fantastische dynamiek van de reusachtige spreeuwenzwermen `s avonds boven hun slaapplaats, is het resultaat wanneer aan het ‘zwermmodel’ ook aspecten als vlieggedrag (zoals het overhellen in bochten) en aantrekking tot de slaapplaats worden toegevoegd. Doordat de vogels veel bochten maken om boven hun reguliere slaapplek te blijven en daarbij tijdelijk hoogte verliezen, ontwikkelt zich automatisch de bizarre structuur van de spreeuwenzwermen.
Dit soort modellen levert vele vernieuwende hypothesen op die vervolgens empirisch getest kunnen worden.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:14 |
Meer nieuws
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...
-
21 mei 2024
Uitslag universitaire verkiezingen 2024
De stemmen zijn geteld en de uitslag van de universitaire verkiezingen is binnen!