Dyslexie. Neurocognitieve oorzaken van taalvaardigheidstekort
Oratie: dhr. prof.dr. B.A.M. Maassen, 16.15 uur, Doopsgezinde Kerk, Oude Boteringestraat, Groningen
Titel: Dyslexie. Neurocognitieve oorzaken van taalvaardigheidstekort
Leeropdracht: Dyslexie
Faculteiten: Letteren en Medische Wetenschappen
Contact: prof.dr. B.A.M. Maassen, tel. 050 - 363 58 00, b.a.m.maassen@rug.nl
Ben Maassen gaat in zijn oratie in op het belang van spraak- en taalontwikkeling in het onderzoek naar dyslexie. Met zijn rede aanvaardt hij het ambt van hoogleraar Dyslexie aan de Faculteit der Letteren, met nevenbenoeming aan de Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG.
De Stichting Dyslexie Nederland definieert dyslexie als ‘een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.’ Daarmee is de diagnose dyslexie een gedragsdiagnose. Het neurocognitief en neurolinguïstisch onderzoek naar dé oorzaak van dyslexie heeft ondanks honderden publicaties geen eenduidig antwoord opgeleverd. Er worden inconsistente resultaten gevonden van afwijkingen in onderliggende cognitief-linguïstische functies (fonologisch bewustzijn, auditieve discriminatie, snel serieel benoemen) en neurologische oorzaken (corticale ectopieën, weinig magnocellen, cerebellaire dysfuncties) die geen van alle een volledige en specifieke verklaring voor het ontstaan van dyslexie kunnen geven.
Maassen hanteert in zijn rede een ontwikkelingsmodel dat niet de differentiaal-diagnostische kenmerken (de dissociatie van functies) benadrukt, maar de taal- en spraakontwikkeling van jonge kinderen beschrijft als een complex, neurolinguïstisch proces, waarin associaties tussen deelfuncties op de voorgrond staan. Het cruciale vraagstuk is een prognostisch model te bouwen dat de interacties tussen deelfuncties in de normale ontwikkeling beschrijft, en rekenschap geeft van de overeenkomsten en verschillen tussen dyslexie en andere taal- en spraakstoornissen.
Tevens presenteert Maassen deelresultaten van het Dutch Dyslexia Programme (DDP), een longitudinaal onderzoeksproject aan de universiteiten van Amsterdam, Groningen en Nijmegen, gesteund door NWO. Daarin worden ruim 180 kinderen met een genetisch-familiair risico op dyslexie en 120 kinderen zonder dit risico vanaf de leeftijd van twee maanden gevolgd in hun ontwikkeling van taal, spraak, communicatieve vaardigheden, intelligentie, aandacht en neurolinguïstische functies. Dit levert een rijke dataset op, aan de hand waarvan het ontwikkelingsmodel kan worden geconstrueerd en getoetst.
Ook doet Maassen suggesties voor vervolgonderzoek naar normalisatie- en compensatiemechanismen en bespreekt hij de implicaties voor vroegsignalering, diagnostiek en behandeling van dyslexie.
Maassen pleit voor een multidisciplinaire aanpak in het onderzoek naar het taalvaardigheidstekort dyslexie, met een sterke inbreng vanuit de theoretische taalkunde en de neurolinguïstiek.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:13 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...