Electrically induced neuroplasticity
Promotie: | Dhr. J.O. (Jasper) Nuninga |
Wanneer: | 04 januari 2021 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | prof. dr. I.E.C. (Iris) Sommer |
Copromotor: | dr. R.C.W. Mandl |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Jasper Nuninga: Effect van elektroconvulsietherapie in het brein van ernstig depressieve patiënten
Voor mensen met een ernstige depressie is elektroconvulsietherapie (ECT) een effectieve behandeling. Tijdens deze behandeling krijgen de patiënten elektrische schokken toegediend in het hoofd. Helaas heeft ECT ook cognitieve bijwerkingen en daarnaast is nog niet helemaal duidelijk wat voor effecten ECT heeft op het brein. In dit proefschrift onderzocht Nuninga daarom de cognitieve vermogens en hersenstructuur van mensen die ECT ondergaan in verschillende stadia van de behandeling.
Voor zijn onderzoek bracht Nuninga de hersenstructuur van de patiënten in kaart voor ze aan de behandeling begonnen met behulp van MRI-scans met een hoge resolutie. Hiermee kun je kleine hersenstructuren goed in kaart kunt brengen. Na tien ECT-behandelingen herhaalde de promovendus de MRI-scans, en hij vond dat de zogenoemde gyrus dentatus (DG) van de hippocampus flink gegroeid was. De DG is een kleine structuur en een van de twee zones in het brein waar nieuwe hersencellen kunnen vormen, en de groei duidt erop dat dit proces door de ECT wordt gestimuleerd.
Om dit zeker te weten analyseerde Nuninga ook andere mogelijke oorzaken voor de groei, zoals ophoping van vocht en toename van nieuwe bloedvaten, maar deze waren niet aan de orde. Wel bleek de ECT na 10 behandelingen wat bijwerkingen te geven, maar deze waren bij de meeste mensen weer verdwenen na zes maanden. Volgens Nuninga geven zijn resultaten een beter beeld van wat ECT doet in het brein, en kan het aanknopingspunten geven voor vervolgonderzoek en mogelijke nieuwe behandelingen zonder bijwerkingen.
Curriculum Vitae
Jasper Nuninga (1994) studeerde Psychologie aan de Universiteit Leiden en neurowetenschappen aan de universiteit Utrecht. Tijdens zijn promotieonderzoek was hij verbonden aan de afdeling Biomedical Sciences of Cells and Systems van het BCN-BRAIN Instituut van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Inmiddels is hij werkzaam als postdoc bij het UMCG en psycholoog bij FortaGroep. De titel van zijn proefschrift luidt: “Electrically induced neuroplasticity: Exploring the effects of electroconvulsive therapy for depression using high field MRI.”