A geriatric perspective on chronic kidney disease
Promotie: | Mw. H.A. (Harmke) Polinder-Bos |
Wanneer: | 09 januari 2019 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | prof. dr. C.A.J.M. Gaillard, prof. dr. R.T. (Ron) Gansevoort |
Copromotor: | dr. C.F.M. (Casper) Franssen |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Chronisch nierfalen vanuit een geriatrisch perspectief
Wereldwijd worden we steeds ouder en is de levensverwachting sterk gestegen. Als gevolg van de veroudering stijgt ook het vóórkomen van chronische ziekten. Chronisch nierfalen, een voorbeeld van een chronische ziekte, komt steeds meer voor onder ouderen. Daarnaast wordt chronisch nierfalen ook beschouwd als een model van versnelde veroudering. Zowel het chronisch nierfalen zelf, alsook de complicaties van chronisch nierfalen kunnen leiden tot een neerwaartse spiraal van achteruitgang in cognitief en fysiek functioneren, en uiteindelijk tot verlies van zelfredzaamheid, stelt Polinder-Bos.
Bij ouderen kan er sprake zijn van een geriatrische syndroom, een syndroom waarbij een of meer symptomen het gevolg zijn van meerdere aandoeningen tegelijkertijd en dus niet passen binnen één ziektecategorie of orgaan. Geriatrische syndromen, zoals vallen of verwardheid, komen vaak voor bij patiënten met chronisch nierfalen. Polinder-Bos richt zich in haar proefschrift op een aantal geriatrische problemen die te maken hebben met de spieren, mobiliteit en hersenen bij patiënten met gevorderde chronische nierziekte die (nog) niet of al wel dialyseren. Het doel van haar proefschrift is chronisch nierfalen van uit een geriatrisch perspectief te bestuderen.
Als eerste onderzocht ze de spiermassa door een stofje, namelijk creatinine, in de urine te meten. 38% van de mensen met gevorderde nierziekte had een zeer creatinine-uitscheiding in de urine en dus een zeer lage spiermassa in vergelijking met gezonde mensen. Deze lage creatinine uitscheiding werd geassocieerd met fysieke kwetsbaarheid. In een studie met dialysepatiënten kwam anderzijds naar voren dat een hogere creatinine-uitscheiding gerelateerd was aan een betere spierkracht en een betere fysieke gezondheid.
Daarna keek Polinder-Bos naar het aantal valincidenten bij dialysepatiënten van 70 jaar en ouder. Ze ontdekte dat gedurende 1 jaar follow-up 55% van de dialysepatiënten tenminste één keer viel. Deze valfrequentie is vergelijkbaar met de valfrequentie bij mensen die in een verpleeghuis wonen. In 15% van de valincidenten ontstond een botbreuk.
Tenslotte richtte ze zich in haar onderzoek op de hersenen. In de hersenen van hemodialyse patiënten werd in eerdere studies veel vaker vaatschade dan bij gezonde mensen. Ook hebben hemodialysepatiënten vaker cognitieve stoornissen. Uit het onderzoek van Polinder-Bos bleek dat de doorbloeding van de hersenen tijdens hemodialyse met 10% afneemt bij oudere patiënten. Dit is mogelijk één van de mechanismen die de vaatschade in de hersenen en cognitieve stoornissen bij hemodialysepatiënten verklaart. Er is eerder aandacht besteed aan dit gedeelte van haar onderzoek: https://www.umcg.nl/NL/UMCG/Nieuws/Persberichten/Paginas/hemodialyse-kan-doorbloeding-hersenen-verminderen.aspx
Harmke Polinder-Bos (1984) studeerde geneeskunde aan de Universiteit Utrecht. Aansluitend begon zij in 2009 met haar opleiding tot klinisch geriater en werkte daarvoor in verschillende ziekenhuizen in de regio Utrecht. Vanaf eind 2013 startte zij daarnaast met promotieonderzoek dat plaats vond bij de afdeling Nefrologie van het UMCG. De titel van haar promotieonderzoek luidt: A geriatric perspective on chronic kidney disease - the three M’s. Op 9 januari 2019 zal zij zowel haar proefschrift verdedigen alsook haar opleiding tot klinisch geriater afronden.