Microscopy study of advanced engineering materials
| Promotie: | Dhr. L.T.H. (Leo) de Jeer |
| Wanneer: | 12 januari 2018 |
| Aanvang: | 16:15 |
| Promotor: | prof. dr. J.T.M. (Jeff) de Hosson |
| Copromotor: | ir. V. (Václav) Ocelik, Dr |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Science and Engineering |
Studie naar microstructuur van materialen
Leo de Jeer onderzocht de verandering van de microstructuur van geavanceerde materialen door (industriële) behandelingen. Hij keek daarbij onder meer naar roestvast staal.
Kristallen zijn de bouwstenen van metalen en hun oriëntatie speelt een belangrijke rol in het mechanische gedrag en de manier waarop het materiaal oxideert. Met Electron Backscatter Diffraction (EBSD) heeft hij in verschillende materialen de textuur (nauwkeuriger: de kristaloriëntatieverdeling ) in kaart gebracht op een globaal en lokaalniveau. De kristallografische verandering in de materialen koppelt hij aan fysische mechanismen. Onderwerp van de promotiestudie van De Jeer waren de vervorming, warmtebehandeling en oxidatie van AISI 420 roestvast staal, productie van nanoporous goud door etsen en geblust Al0.7CoCrFeNi.
Industriële processen bewerkstelligen een verandering in de textuur en dit is in detail bestudeerd voor vervorming en warmtebehandelingen. Zwaar vervormde gebieden op oppervlak het staal zijn een goede indicator voor het voorspellen waar oxidatie begint. De groei van de oxidatie-laag hangt sterk af van de kristalvlak aan het oppervlak.
Het etsen van goud-zilverfolie levert nanoporeus goudfolie op. Na het etsproces toont het materiaal een betere passing van de kristallen en is een versterkte textuur ontstaan op een lokaal en globaal niveau door reorganisatie van goud atomen.
Bij Al0.7CoCrFeNi, een legering van vijf elementen dat twee kristalfases kent, is de relatie tussen de kristaloriëntatie op het grensvlak van de twee fases is bestudeerd. Een relatie an sich is niet bijzonder door de passing van de kristallen. Maar in dit geval is een doorlopende relatie tussen twee theoretische relaties gevonden. Dit effect schrijft De Jeer toe aan de lokale variatie in compositie in het materiaal.
Het promotieonderzoek van Leo de Jeer vond plaats bij de afdeling Materiaalkunde van het Zernike Institute for Advanced Materials met financiering door het Materials innovation institute (M2i).