Upper blepharoplasty
| Promotie: | Mw. S.M.W. (Shariselle) Pool |
| Wanneer: | 04 januari 2016 |
| Aanvang: | 14:30 |
| Promotor: | prof. dr. B. (Berend) van der Lei |
| Copromotor: | dr. W.B.W.H. Melenhorst |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Medische rituelen bij bovenooglidcorrectie achterwege laten
Er kan geen wetenschappelijke onderbouwing worden gevonden voor twee medische rituelen die vaak worden toegepast door mensen die een bovenooglidcorrectie ondergaan: het koelen van de oogleden na de operatie en het gebruik van arnica, crèmes op basis van valkruid, in de veronderstelling daarmee zwelling, roodheid, bloeduitstorting en pijn tegen te gaan. Dat ontdekte plastisch chirurg in opleiding Shariselle Pool. Zij pleit ervoor om patiënten beter te informeren over het gebrek aan bewijs voor beide medische rituelen.
Bovenooglidcorrecties worden vaak en routinematig uitgevoerd door plastisch chirurgen en oogartsen. Het is technisch gezien geen ingewikkelde ingreep, maar dat betekent volgens Pool niet dat er geen complicaties kunnen optreden of dat er geen technische verbeteringen mogelijk zijn. Met haar onderzoek wilde zij aan deze technische verbeteringen bijdragen. De promovenda onderzocht verschillende manieren van pijnstilling rondom de operatie, vergeleek verschillende hechtingstechnieken en bracht een aantal potentiële gevolgen van de operatie in kaart.
Pool concludeert dat verdoven met het standaard verdovingsmiddel (namelijk lidocaïne met adrenaline) de voorkeur verdient boven verdoven met een alternatief middel (prilocaïne met felypressine). Het eerste verdovingsmiddel zorgde verhoudingsgewijs voor minder pijn, zwelling, roodheid en bloeduitstortingen en voor een beter stoppen van de bloeding. Verder concludeert Pool dat hechten vanuit de wondrand (in plaats van door de intacte huid heen) minder ontsteking en abcesvorming geeft. Tot slot stelt ze vast dat er geen bewijs is voor de aanname dat koelen van het ooglid na de ingreep zorgt voor minder pijn, zwelling, roodheid en bloeduitstortingen, net als het gebruik van arnica. Artsen moeten hier volgens haar eerlijk over zijn, en de keus om deze middelen wel of niet te gebruiken aan patiënten zelf overlaten.
Shariselle Pool (1988) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Pool volgt momenteel haar heelkunde vooropleiding in Scheper Ziekenhuis in Emmen, onderdeel van de Treant Zorggroep. Vanaf april 2016 zal zij haar opleiding tot plastisch chirurg vervolgen in het UMCG.