It's all in the network
| Promotie: | M.A. (Maraike) Coenen |
| Wanneer: | 21 juni 2024 |
| Aanvang: | 12:45 |
| Promotors: | prof. dr. J.M. (Joke) Spikman, prof. dr. M.A.J. (Marina) de Koning-Tijssen |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Het zit allemaal in het netwerk: Cognitie bij dystonie en ataxie gedurende de hele levensduur
Dit proefschrift van Maraike Coenen richt zich op cognitie bij patiënten met dystonie en ataxie, aandoeningen die gekenmerkt worden door onwillekeurige en ongecoördineerde bewegingen. Beide aandoeningen komen bij kinderen en volwassenen voor en worden veroorzaakt door verschillende factoren, zoals genetische mutaties, stofwisselingsaandoeningen, zuurstoftekort tijdens de geboorte of afwijkingen in de hersenontwikkeling. De hersenstructuren die betrokken zijn bij de onwillekeurige ongecoördineerde bewegingen, zijn ook belangrijk voor het cognitief functioneren, zoals het snel verwerken van informatie, plannen, leren, en het herkennen van emoties.
In dit proefschrift werd onderzocht of deze cognitieve functies zijn aangedaan bij kinderen en volwassenen met dystonie en ataxie. Hieruit bleek bij de meeste patiënten een intact cognitief profiel. Uitzonderingen waren tekortkortkomingen op het gebied van planning bij volwassenen met dystonie en tekorten op het gebied van de sociale cognitie bij kinderen. Over de leeftijdsgroepen heen bleek dat cognitieve tekortkomingen toenemen naar mate ook neurologische afwijkingen toenemen.
Voor patiënten met ataxie werd een vergelijkbaar cognitief profiel gevonden, maar met duidelijkere cognitieve tekortkomingen. Ook de effecten van Deep Brain Stimulation (DBS) op het cognitief functioneren bij patiënten met beperkende dystonie die niet op medicatie reageerde, werden onderzocht. Uit de resultaten van dit proefschrift blijkt dat patiënten met dystonie die Deep Brain Stimulation ondergaan vaak executieve functiestoornissen hebben, maar dat Deep Brain Stimulation geen invloed heeft op de cognitie bij deze patiënten. Dit proefschrift onderstreept het belang van neuropsychologische onderzoeken bij patiënten met bewegingsstoornissen, omdat de resultaten zorgverleners ondersteunen bij het begeleiden van hun patiënten.